Een doordeweekse dag in 2030. In Bospolder-Tussendijken, de eerste klimaatneutrale buurt van Nederland, komen de bewoners samen op de publieke pleinen om hun tanden te poetsen, een douche of een bad te nemen, hun kleren te wassen en de laatste roddels uit te wisselen.
Collage: Golnar Abbasi & Arvand Pourabbasi.
Begin jaren 2020 was de productie van warm water goed voor ongeveer 20 procent van het totale energieverbruik in een Nederlands huishouden. Het grootste deel daarvan werd gebruikt tijdens het douchen. De gemiddelde douche in Nederland duurt 9 minuten en verbruikt 8,6 liter water per minuut. Als we aannemen dat de temperatuur van het water wordt verhoogd van 10 naar 38 graden celsius, dan vereist de gemiddelde Nederlandse douche ongeveer 2,5 kilowatt-uur energie.
Hoeveel energie is er nodig?
Als alle bewoners in de wijk een typisch dagelijks stortbad zouden nemen, dan is er 35.000 kilowatt-uur energie per dag nodig om het water te verwarmen. Die hoeveelheid energie produceren met lokale, hernieuwbare energiebronnen is een uitdaging. Zo produceert een grote windturbine van 3 megawatt (gemiddeld over het jaar bekeken) ongeveer 18.000 kilowatt-uur per dag -- slechts de helft van wat nodig is. Bovendien zouden de buurtbewoners alleen maar kunnen douchen als het waait.
Een tweede windturbine plaatsen is geen optie, omdat het de buurt aan plaats ontbreekt. Windturbines moeten op enige afstand van elkaar worden geplaatst om te verhinderen dat ze elkaars wind "stelen". Zonne-energie heeft minder plaats nodig, zeker als er zonneboilers worden gebruikt, maar die werken alleen maar als de zon schijnt. Dat betekent dat er periodes zouden zijn waarin er dagen- of zelfs wekenlang niet gedoucht kan worden.
Menskracht schiet ook tekort. Om iedereen een dagelijkse stortbad te gunnen, zouden de 14.000 buurtbewoners elk 25 uur per dag op een oefenmachine elektriciteit moeten produceren, wat onmogelijk is. Biomassa? Om voldoende energie te produceren, zou de buurt 35 m3 brandhout per dag moeten verstoken. Om dat te produceren, is een oppervlakte van 1.852 hectare hakhoutbos nodig -- een gebied dat 24 keer groter is dan de buurt zelf (78 hectare).
Het is duidelijk dat Bospolder-Tussendijken meer moest doen dan overschakelen naar hernieuwbare energiebronnen om de eerste klimaatneutrale buurt van Nederland te worden.
Bad- en Washuis
Tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw beschikten vele Nederlandse huishoudens niet over stromend water, laat staan een eigen badkamer of waskamer. In plaats daarvan gingen mensen naar openbare bad- en washuizen, waar ze een kleine vergoeding betaalden om een douche of een bad te nemen, te zwemmen, hun kleren te wassen, of warm water ophaalden voor gebruik thuis (de kinderen werden in een teil in de keuken gewassen).
Deze openbare voorzieningen werden gebouwd op centrale plaatsen in steden en buurten, vaak op de openbare pleinen. Naast hun praktische nut, hadden ze ook een belangrijke sociale functie. De badhuizen hadden zowel badkuipen als douches, en waren soms ook uitgerust met een lunchroom en een kapsalon. Mannen en vrouwen werden strikt gescheiden.
Openbare wasplaatsen bevonden zich vaak in de buitenlucht, alleen beschermd door een dak. Maar ze konden ook de vorm van een gebouw aannemen. In Nederland werden washuizen vaak gecombineerd met badhuizen. Washuizen beschikten over grote wasbakken en stromend water, en de was werd met de hand gedaan. Alleen vrouwen mochten binnen.
Bad- en washuizen verdwenen wanneer de meeste huishoudens over stromend water, aardgas, badkamers en wasmachines beschikten. Het laatste publieke badhuis in Nederland werd gesloten in 1980, het laatste washuis in 1975.
Neveldouches en Sponsbaden
In Bospolder-Tussendijken hebben openbare badhuizen en washuizen een comeback gemaakt. In vergelijking met private badkamers en waskamers zijn openbare voorzieningen veel zuiniger met ruimte, en vereisen ze veel minder apparaten en een minder complexe infrastructuur. Ze bieden ook interessante mogelijkheden om het energieverbruik onder controle te houden. Zo was de duur van een douche of bad in het publieke badhuis beperkt in de tijd: op iedere deur zat een klok en de opzichter kwam aan de deur morrelen als de tijd om was.
Om een radicale energiebesparing te bereiken zijn alle douches in het openbare badhuis neveldouches. Een neveldouche atomiseert water tot zeer fijne druppels (minder dan 10 micron), waardoor het water- en energieverbruik drastisch daalt. NASA ontwikkelde in de jaren 1970 een neveldouche die bestond uit een beweegbare slang met daaraan een sproeimondstuk en een aan/uit-knop die met de duim kon worden bediend. Het gemiddelde waterverbruik voor een douche van 9 minuten was 2,2 liter, wat overeenkomt met een debiet van 0,24 liter water per minuut. Uit experimenten bleek dat de neveldouche het lichaam even goed schoonmaakt als een "normale" douche.
Een neveldouche met één sproeimondstuk reduceert het energieverbruik voor 14.000 douches van 35.000 tot 933 kilowatt-uur per dag. Het gebruik van lokale, hernieuwbare energie wordt dan wel realistisch. Zo zouden alle bewoners slechts 40 minuten per dag energie moeten produceren om iedereen van een warme douche te voorzien. Als het water wordt verwarmd door biomassa, is er slechts 50 hectare hakhoutbos nodig -- een oppervlakte die kleiner is dan de buurt zelf. En als er op windenergie wordt gerekend, volstaat 1/18de van de totale energieopbrengst van een 3 MW windturbine.
Sauna en Zwembad
Het energieverbruik kan verder dalen door ook de douchetijd te verkorten, of door de douchefrequentie te verlagen. Onze voorouders bezochten het openbare badhuis gewoonlijk maar één keer per week. De rest van de week wasten ze zich thuis met een washandje en een kom koud water. Dit zogenaamde sponsbad verbruikt helemaal geen energie. Wordt er warm water gebruikt, dan kost het sponsbad evenveel energie als een neveldouche met één sproeimondstuk.
De bewoners van Bospolder-Tussendijken hebben alles wat ze nodig hebben om hun lichaam schoon te houden. Maar de douche is voor velen meer dan een middel tot lichaamshygiëne. Een douche is ook verwennerij, een middel ter ontspanning, stressverlichting en sensueel plezier. Daarom beschikken de badhuizen ook over neveldouches met drie en vijf sproeimondstukken, die een comfort bieden dat vergelijkbaar is met (sommigen zeggen beter dan) dat van een douche op fossiele brandstoffen. Deze stortbaden kunnen gebruikt worden door bewoners die minder vaak douchen, of die bereid zijn kortere douches te nemen.
Het badhuis beschikt ook over een zwembad, een sauna en een stoombad. Deze worden enkel gebruikt als er een overschot aan lokale, hernieuwbare energie is. Als bijvoorbeeld tegelijk de zon schijnt en de wind blaast, dan kan er voldoende energie zijn om het zwembad te verwarmen en de elektrische sauna's en stoombaden te doen werken.